dit werk kent de volgende uitvoeringen
verschijningsdatum06/07/2022
Dient mijn contract van onroerende verhuur, of een soortgelijk contract waar ik gebruiksrechten verleen op een onroerend goed, belast te worden mét of zonder btw? De vraag is eenvoudig, het antwoord veel genuanceerder. Het belasten van de verhuurovereenkomst heeft in de praktijk namelijk vooral een financieel doel: recht op aftrek verkrijgen van de voorbelasting.
De moeilijkheden die zich hierbij voordoen, hebben hoofdzakelijk twee oorzaken:
1° Het onderscheid tussen de onroerende verhuur en andere handelingen die een ‘gebruiksrecht op een onroerend goed uit zijn aard’ verlenen, is niet steeds gemakkelijk.
2° Anderzijds gaat een werkelijke onroerende verhuur vaak gepaard met andere leveringen of diensten die wel bedoeld kunnen zijn in het W.BTW.
Wanneer wordt mijn contract van onroerende verhuur met bijkomende diensten een complexe overeenkomst die aan de btw dient onderworpen te worden en correlatief recht op aftrek van de voorbelasting opent?
En ten slotte: welke alternatieven bestaan er op de onroerende verhuur mét btw om een gebouw mét btw ter beschikking te stellen? Is het werken met zakelijke rechten of via onroerende leasing nog interessant na de invoering van het stelsel van optionele onroerende verhuur mét btw? En is de oprichting van een btw-eenheid werkelijk zo interessant.
Stefan Ruysschaert heeft een economische vooropleiding genoten (UGent). Hij is adviseur bij de FOD Financiën. Hij is auteur van talrijke bijdragen op fiscaal vlak in toonaangevende tijdschriften en boeken. Hij is o.a. redactielid van Taxwin, Onroerend Goed in de Praktijk en het Tijdschrift Huur. Hij is professor aan de faculteit Economie van de UGent, vakgroep Accountancy, bedrijfsfinanciering en fiscaliteit waar hij het vak btw doceert en gastdocent aan de Fiscale Hogeschool (Odisee).