Alle rechtsvorderingen zijn onderhevig aan de in de wet opgenomen verjaringstermijnen. In alle gebruikelijke algemene voorwaarden in de bouw komen in aanvulling op de wettelijke verjaringstermijnen contractuele vervaltermijnen voor. Sommige contractuele vervaltermijnen zijn korter dan de wettelijke verjaringstermijnen, andere zijn langer dan de wettelijke verjaringstermijnen. Welke verjarings- of vervaltermijn is in welk geval van toepassing? Zijn ze wellicht allebei van toepassing en zo ja, hoe werkt dan het samenspel tussen de wettelijke verjaringstermijnen en de contractuele vervaltermijnen? Wat houdt een garantietermijn in? Moet de opdrachtgever de aannemer binnen een garantietermijn slechts aansprakelijk hebben gesteld, of moet hij binnen de garantietermijn ook een procedure aanhangig hebben gemaakt? Op deze en meer vragen wordt in dit boek antwoord gegeven. De algemene regeling in de wet inzake verjaringstermijnen wordt behandeld. Daarnaast worden de vervaltermijnen in de meest gebruikte algemene bouwvoorwaarden behandeld en de verhouding ervan tot de wettelijke verjaringstermijnen. Dit boek is bedoeld voor iedereen die in de bouw geconfronteerd wordt met aanspraken en die wil weten welke actie door hemzelf of door zijn wederpartij ondernomen moeten worden om te voorkomen dat die aanspraken verjaren of vervallen.