Wat voor een arts een gewoon en alledaags gebeuren is, wordt door de patiënt en de familie vaak als ingrijpend ervaren. De vaardigheid en de competentie waarover de zorgverstrekker in kritieke situaties beschikt, bepaalt in belangrijke mate of de geboden zorg en behandeling als `kwaliteitsvol wordt ervaren. Dit tweede deel van een reeks van vier boeken over communicatie in de gezondheidszorg biedt inzichten en concrete handreikingen om in te spelen op belevingen en emoties van patiënten, waardoor het diagnostisch en therapeutisch werk tot meer resultaat kan leiden. Hoe kan je mensen met een chronische aandoening adequaat benaderen en hen ondersteunen in de permanente beperkingen die dit meebrengt? Hoe kan je communiceren over medische fouten op een wijze dat het vertrouwen wordt hersteld? Wat moet je weten over verlies en verdriet om mensen in het tijdsbestek van een normale consultatie te ondersteunen en perspectief te bieden? Wat heb je nog te bieden als de ziekte levensbedreigend is en er geen zinvolle curatieve behandelingen meer in te zetten zijn? In welke mate kan vroegtijdige planning van de zorg bijdragen tot het verstevigen van de vertrouwensrelatie met de patiënt en de familie en bijdragen tot een betere kwaliteit van zorg in de laatste periode van het leven? Ook al richt het boek zich in eerste instantie tot artsen, het bevat heel wat concrete inzichten gebaseerd op praktijkervaringen voor allen die in de gezondheids- en welzijnszorg werkzaam zijn, als zorgverstrekker, opleider of beleidsmedewerker. Dit boek maakt deel uit van de reeks ACHG, uitgegeven in samenwerking met het Academisch Centrum Huisartsgeneeskunde van de KU Leuven. De boeken in deze reeks zijn een praktisch hulpmiddel bij de dagelijkse professionele zorg van patiënten. OVER DE AUTEURS JAN DE LEPELEIRE is arts en doctoreerde in de medische wetenschappen aan de K.U.Leuven. Hij werkt als huisarts en is als hoogleraar verbonden aan de Faculteit Geneeskunde van de KU Leuven. Hij is voorzitter van de werkgroep coördinerende en raadgevende artsen binnen de Belgische Vereniging voor Geriatrie en Gerontologie. MANU KEIRSE is klinisch psycholoog en doctoreerde in de geneeskunde aan de Universiteit Leiden (NL). Hij werkt als hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde van de KU Leuven. Daarnaast is hij voorzitter van de Federale Evaluatiecommissie Palliatieve Zorg, van het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen en van diverse andere voorzieningen in de zorg. Aan dit boek schreven mee: Jan De Lepeleire, Marc Desmet, Chris Geens, Jo Goedhuys, Jan Heyrman, Manu Keirse en Chantal Van Audenhove.