De archeologie van het weten, voor het eerst verschenen in 1969, is het enige methodisch-theoretische boek dat Michel Foucault heeft geschreven. Hij zet er de methode van de archeologie in uiteen, die hij toepast in enkele van zijn bekendste werken: De geschiedenis van de waanzin, Geboorte van de kliniek en De woorden en de dingen.
Foucaults kenmerkende archeologische aanpak is erop gericht de filosofische fundamenten van onze kennis bloot te leggen. Deze heeft geleid tot baanbrekende inzichten over subject, waarheid en macht. In De archeologie van het weten rekent Foucault definitief af met de opvatting van ideeëngeschiedenis als vooruitgang.
Michel Foucault (1926-1984) behoort tot de grootste Franse denkers van de twintigste eeuw. Zijn veelgelezen werken over onder meer de waanzin, de gevangenis en ‘de zorg voor zichzelf’ zijn van grote invloed geweest op de filosofie, de sociale wetenschappen en de menswetenschappen. Veel van zijn werken zijn in het Nederlands vertaald, onder meer De woorden en de dingen, Geschiedenis van de waanzin en Geschiedenis van de seksualiteit.