Cornelis Cornelisz. Matelief werd rond 1570 geboren in Rotterdam. Zijn familie verdiende haar geld in handel en scheepvaart; goede contacten met vertegenwoordigers van stedelijke en gewestelijke overheden kwamen daarbij uitstekend van pas. Binnen dat netwerk van invloedrijke en vermogende families groeide de interesse voor de plannen tot oprichting van een organisatie die zich zou richten op de handel met Azië. Matelief was in 1602 één van de oprichters van de Rotterdamse Kamer van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
In mei 1605 vertrok hij als admiraal van een vloot van elf schepen naar Azië met de opdracht de Spaans-Portugese vijand in dat verre werelddeel zoveel mogelijk schade toe te brengen en een voet tussen de deur te krijgen bij de winstgevende handel in specerijen en andere producten uit de regio.
Matelief ging voortvarend te werk. Hij belegerde Malakka, een centrum van de Portugese macht in Azië, leverde slag met een sterke Portugese vloot, probeerde de greep van de VOC op de Molukken te vergroten en deed zijn best handelsrelaties met China aan te knopen. Zijn ervaringen legde hij vast in een uitvoerig en spannend geschreven verslag. In september 1608 was hij terug in Rotterdam. Hij overleed in die stad in 1632.