Het piratenschip de Trompeuse (misleider) was een van de eersten van het gouden piratentijdperk dat eindigde in de jaren 1720 met de iconische kapiteins als Edward Teach, Ann Bonny en Jack Rackham. De reputatie van kapitein Jean Hamlin en zijn bemanning was eind zeventiende eeuw afschuwwekkend. Anders dan de meeste andere piraten slaagde Hamlin erin uit handen van de internationale piratenjagers te blijven. Details over de geschiedenis van Hamlins Trompeuse zijn grotendeels onbekend gebleven en informatie lag verspreid over archieven in diverse landen.
Bovendien zaten de belangrijkste archiefstukken over de reis eeuwenlang weggestopt in het archief van de Sociëteit van Suriname, een plek waarvan niemand wist dat het een schat van gegevens over deze zeerovers herbergde. Zoals de bronnen in 'Ten exempel van anderen' van de reeks Werken van de Linschoten-Vereeniging laten zien, lag de oorsprong van de Trompeuse nog in de wereld van de boekaniers in de Cariben, maar behoorde de roversgroep tegen het einde van hun reis tot de nieuwe wereld van de piraten die hun werkterrein verplaatsten naar de Afrikaanse slavenkust, Noord-Amerika en op den duur zelfs voorbij de Atlantische Oceaan. De verzameling ondervragingen van bemanningsleden die in dit deel zijn opgenomen maken veel duidelijk over de achtergrond van de zeerovers, het leven aan boord van deze schepen en hoe deze piraten hun strategie en werkterrein bepaalden.