dit werk kent de volgende uitvoeringen
Paperback
ISBN9789088916892
verschijningsdatum04/10/2013
verschijningsdatum04/10/2013
Over het proefschrift:
This thesis discusses several aspects of learning, assessment and validation in Minimally Invasive Surgery (MIS). Until recently residency programs were based on self-directed master apprenticeship training and mainly consisted of on the job learning, wherein residents progressively take on more responsibility in patient care, with decreasing supervision by attending physicians. Present-day innovations in laparoscopic surgery, reduced working hours and concerns about preventable medical errors moves training programs outside the operation room and towards more competency-based outcomes. This arises questions about effective training programs and the design of a MIS curriculum. How do we stimulate residents to practice? How to choose the best training device? What is the average learning curve and what are validated objective assessment methods? These questions are addressed in the chapters of this thesis. Dit proefschrift behandelt verschillende aspecten van leren, toetsing en validatie in Minimaal Invasieve Chirurgie (MIC). Tot voor kort waren opleidings programma's in de geneeskunde gebaseerd op het meester-gezel principe. Deze bestonden voornamelijk uit het leren op de werkplek. Hierbij kregen assistenten in opleiding geleidelijk meer verantwoordelijkheden in de patiëntenzorg en nam het toezicht van suporvisoren geleidelijk af. Hedendaagse innovaties in laparoscopische chirurgie, minder werkuren en discussies over vermijdbare medische fouten verplaatst de opleiding in chirurgische vaardigheden naar buiten de operatie kamer en vereist men steeds meer competentie gerichte uitkomsten. Dit roept vragen op over effectieve trainingsprogramma's en het ontwerp van een curriculum voor minimaal invasieve chirurgie. Hoe gaan we de opleidings assistenten stimuleren te oefenen? Welke trainings simulator moet je kiezen? Wat is de gemiddelde leercurve en wat zijn gevalideerde methoden voor objectieve beoordeling? Deze vragen komen aan bod in de hoofdstukken van dit proefschrift.
Over de auteur:
Pieter Jan van Empel werd geboren op 4 april 1978 te Vlissingen. Na het doorlopen van de lagere school voltooide hij in 1998 zijn VWO aan het ROC Zeeland te Vlissingen. In september 2000 startte hij met de studie Geneeskunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. In 2005 deed hij zijn wetenschappelijk stage aan het Harvard Stem Cell Institute te Boston, Verenigde Staten. Na het behalen van zijn doctoraal in 2005 volgden co-schappen in de regio Amsterdam en twee aan de Universiteit van Pretoria, Zuid Afrika. In 2007 legde hij zijn artsexamen af. Naast zijn studie heeft Pieter Jan gewerkt als student-assistent bij de afdeling fysiologie en was hij actief in het Stichtingsbestuur van de studentenvereniging SSRA, te Amsterdam. Na het behalen van zijn artsexamen is Pieter Jan van Empel in 2008 begonnen met zijn promotieonderzoek bij de afdeling chirurgie van het VU medisch centrum (VUmc), waarvan dit proefschrift het directe resultaat is. Naast het promotieonderzoek was hij belast met het geven en ontwikkelen van onderwijs aan de faculteit der Geneeskunde van het VUmc. In de daarop volgende jaren werkte hij als arts-assistent chirurgie in het VUmc. In 2011 werkte hij, als voorbereiding op de huisartsopleiding, als arts-assistent psychiatrie in een Functie Assertive Community Treatment (FACT)-team van GGZ inGeest en bij de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam. Pieter Jan is per 1 september 2012 begonnen aan de opleiding tot huisarts aan het Academisch Medisch Centrum (AMC) te Amsterdam.