In Hoog feest voor PAARS buigt de auteur zich over een drietal thema's uit het Buitenste Buitenbos van de RK kerkgeschiedenis. Geen pijnlijke onthullingen dus, geen ingewikkelde theologische kwesties waar al zovelen elkaar minstens figuurlijk de hersens voor inslaan, maar problemen waar niemand ooit over heeft nagedacht. Al snel zal blijken dat die leemte hoognodig vulling behoeft. Bisschoppen kiezen voor zichzelf een motto, een levenslange lijfspreuk . Dat is de laatste eeuwen zo gegroeid. De oogst is nu een kleine 7000 spreuken. Tegen het licht gehouden hebben er maar enkele tientallen blos op de wangen. De rest lijkt grijzer, smaakt zoutelozer, ruikt muf van herhaling, het weer zit erin. Ontbreekt het aan alternatieven? Welnee, zie ze glimmen en geuren. De auteur roept leken als hijzelf op met hun (aanstaande) bisschop mee te denken, hem te doen kiezen voor iets dat vers en sprankelend is. Daarnaast brengt dit geschrift in herinnering die spijtige, nooit door iemand gesignaleerde doodzonde van bisschop B.J. Alfrink anno 1951. De tijd dringt om deze misstap te herstellen. Als het nog niet te laat is. Tenslotte paus Franciscus, de man die vriend en vreemde nu al enige jaren verbaast. De schrijver zelf had vijftig jaar na paus Johannes XXIII, waar de Annassen en Cajafassen elkaar op Petrus' hoge troon opvolgden, niet verwacht dat een paus hem in zijn leven nog eens zou verrassen. Maar zie. Wars van opsmuk, een hekel aan (ver)oordelen, overtuigd dat opruimen van de zooi van boven naar beneden moet, niet andersom, zo laat Franciscus zich kennen. Een man die voor zijn pastorale bezoeken de levensgevaarlijke sloppenwijken van Congo in wil, zware jongens in Mexico bezoekt, die zelfs nog een woord heeft voor de Utrechtse daklozenkrant en kwistig bommen van barmhartigheid dropt. Een paus die de meest aardse, de groenste rondzendbrief van de laatste duizend jaar schreef. Prijzen we hem het graf in? In ons 'Buitenbos' vergaren en vermeerderen wij onze 'nutteloze kennis'; al doende ontdekken we bij alle lof ook smetjes op het stralend wit van de pauselijke verschijning.