Picasso & de abstractie ontcijfert een nooit eerder onderzocht thema en illustreert hoe krachtig een rijke verbeelding kan zijn.
Vanaf de eerste jaren van de 20e eeuw geldt Pablo Picasso (1881-1973) als een van de invloedrijkste kunstenaars voor de ontwikkeling van de avant-garde en de abstracte kunst. Van de eerste kubistische experimenten die hij in 1907 realiseert in de aanloop naar Les Demoiselles d'Avignon, tot zijn latere werk op de grens van de action painting, blijft Picasso's relatie tot de abstractie verrassen. Die relatie bestaat uit kleine stappen vooruit zetten, terugtrekken en weer achteruit gaan, en komt aan bod in het chronologische verloop van de tentoonstelling, zodat de slingerbeweging van de kunstenaar tussen het abstracte en het figuratieve zichtbaar wordt.
Verschillende essays lichten deze evolutie in Picasso's oeuvre toe en bespreken ook de weerklank ervan voor de Russische avant-garde in de jaren 1910, de ceramiekcreatie in Vallauris en de context van de vernieuwing van de gewijde kunst na de oorlog.
Een brede waaier van schilderijen, beeldhouwwerken, tekeningen en prenten, in hoofdzaak afkomstig van de omvangrijke collectie van het Musée national Picasso-Paris, nodigt de bezoeker uit om zich onder te dompelen in het atelier van de kunstenaar en er zich te verdiepen in zijn creatieve proces.