Aan het einde van de 19de eeuw verruilden de Brusselse architecten het academisme voor de art nouveau. De organische ontwerpen van Victor Horta en de meer geometrische architectuur van Paul Hankar zorgden ervoor dat deze bouwstijl binnen afzienbare tijd internationale roem verwierf. Vanaf 1893 rezen in Brussel over een tijdspanne van ongeveer vijftien jaar honderden art-nouveaugebouwen op. In het begin waren het ontwerpen van grote vernieuwers, later ook van hun leerlingen en imitators, die in het begin van de 20ste eeuw beïnvloed werden door de Wiener Secession en andere stromingen uit de Europese art nouveau. De stijl kwam perfect tegemoet aan de wensen van de industriële burgerij, die met deze nieuwe en soms exuberante bouwstijl graag haar stempel drukte op het stadsbeeld. Geleidelijk aan gingen ook andere bevolkingsklassen de art nouveau gebruiken voor heel uiteenlopende projecten: scholen, sociale woningen, herenhuizen, winkels, volkshuizen...
Dit boek laat u aan de hand van negen wandelingen doorheen verschillende wijken de vele facetten ontdekken van de art nouveau in Brussel. Het bevat karakterschetsen van de grootste architecten en geeft uitleg over decoratietechnieken zoals sgraffiti. Met interviews schetst de schrijfster een portret van eigenaars, conservators en restaurateurs van art-nouveaugebouwen, die onmisbaar zijn voor het behoud van dit bijzondere erfgoed.