Hij leeft in mijn boekenkast. Mijn muze, Kuranes. Hij was plotseling verschenen, klein en glibberig als een made. Toch hield ik hem bij me. Hij groeide op, kreeg vleugels, slagtanden en handen met glanzend zwarte nagels. Hij kijkt altijd over mijn schouder met me mee wanneer ik schrijf, enkele centimeters boven me zwevend. Hij fluistert me bemoedigende woorden in en komt met nieuwe ideeën voor mijn vertellingen. Dit boek bevat het verhaal van Kuranes en vijftien andere verhalen die we samen schreven voor schrijfwedstrijden. Sommige wonnen, andere behaalden shortlists, en de meeste zijn gepubliceerd in verhalenbundels. Voor het eerst zijn ze hier verzameld.