Personen
Arie de Geus
Janwillem de Hoop
NUR Codes (sub)
320 Literaire non-fictie algemeen
Chasing Black Gold
Brieven van H. N. Werkman 1940-1945
Het Frankrijk van de Tour & de Tour van Utrecht
Collega's van God
In april 1995 - hij is op dat moment 26 jaar oud - krijgt Janwillem de Hoop te horen dat hij een ongeneeslijke en uiteindelijk dodelijke vorm van leukemie heeft. Dit gebeurt juist op een moment dat het leven hem voor het eerst echt lijkt toe te lachen. Nog maar een paar jaar eerder is hij met veel moeite zijn heroïneverslaving te boven gekomen. Hij is gelukkig in de liefde en samen met zijn broer runt hij een goedlopend bedrijf. De derde engel is het openhartige relaas van de strijd, de wanhoop en de pijn die Janwillem heeft moeten doorstaan. Eerst tijdens zijn verslaving en afkickperiode, daarna tijdens de tien jaar van zijn ziekte en het even zware als wonderbaarlijke pad naar de genezing. Voor zover bekend is hij de enige ter wereld die getransplanteerd is met de stamcellen uit de navelstreng van zijn eigen dochter. Daarnaast is deze levensgeschiedenis een ode aan vasthoudendheid en doorzettingsvermogen. Maar bovenal vormt het een getuigenis van Janwillems zwaarbevochten geloof in God, van zijn overgave aan diens liefde en - zo symbolisch kan een naam zijn - van de hoop dat er, ook in inktzwarte tijden, toch uitzicht is op verlossing. Ondanks de aard van het thema en de heftigheid van sommige gebeurtenissen is De derde engel geen loodzwaar verslag geworden, maar eerder een toegankelijke, herkenbare en soms zelfs lichtvoetige vertelling, die niets verbloemt en waarin de auteur zichzelf bepaald niet spaart.