Veel verpleegkundigen zijn hun loopbaan in de zorg begonnen vanuit compassie met anderen. Ze kozen het beroep omdat ze van betekenis willen zijn voor mensen die ziek zijn. Compassie is vaak ook nu nog, elke dag, de motivatie voor hun werk. Zorgvragers, patiënten in een ziekenhuis, cliënten die zorg thuis nodig hebben of bewoners die in een woonzorgomgeving leven, waarderen verpleegkundigen die oog hebben voor wat voor hen belangrijk is en die met hen meeleven. Merkwaardig genoeg, is compassie in de verpleegkundige praktijk en het verpleegkundig onderwijs niet zo duidelijk als waarde terug te vinden. Want, wat kun je er eigenlijk mee in het dagelijks werk? En hoe is compassie in te passen in de wereld van de hedendaagse gezondheidszorg? Een wereld waar patiënten tijdig en snel geholpen moeten worden, waar de beroepsgroep zich moet verantwoorden over de kwaliteit die ze levert, en waar 'evidence based' handelen een belangrijke norm is. Is compassie niet soft en nogal ouderwets voor een geprofessionaliseerde beroepsgroep die trots is op haar vak? Dit boek geeft antwoorden op deze en meer vragen over compassie als kernwaarde voor het verpleegkundig beroep. Gesteld wordt dat compassie onontbeerlijk is voor goede verpleegkundige zorg en zelfs noodzakelijk is voor 'evidence based' handelen. Het boek is gebaseerd op de promotiestudie 'Compassie in de verpleegkundige praktijk, een leidend principe voor goede zorg'.