dit werk kent de volgende uitvoeringen
Paperback
ISBN9789059312357
verschijningsdatum17/05/2008
verschijningsdatum17/05/2008
De verhouding tussen publiek en privaat is sinds de jaren negentig van de vorige eeuw ingrijpend veranderd. We leven in een wereld waarin publiek en privaat vloeiend in elkaar overlopen. Bestaande organisaties, zoals ziekenhuizen, scholen of woningcorporaties, staan onder druk omdat steeds vaker nieuwe vormen van organiseren ontstaan waarbij om een probleem of een maatschappelijk vraagstuk heen wordt georganiseerd. Daarbij ontstaan allerlei vormen van publiek-private arrangementen in netwerkachtige constructies. Zijn deze arrangementen in het belang van de burger of de klant? Is er nog voldoende sprake van democratische controle? En houdt iedereen zich aan de afgesproken wetten en regels? Kortom, in hoeverre is er sprake van goed bestuur?
Bij publiek-private arrangementen is sprake van zowel externe sturing, onderlinge concurrentie, samenwerking, overleg, onderhandeling, sturen op winst als sturen op kwaliteit. Bij dit soort extreem hybride prikkelstructuren neemt de betrouwbaarheid, in de zin van voorspelbaarheid, af. Hebben we van doen met de ondernemer, de uitvoerder van de wettelijke taak of met de dienaar van de publieke zaak? De publiek-private arrangementen vereisen een vernieuwing van de bestaande checks and balances. Toezicht en regelgeving zijn nog sterk geënt op de oude sectorale grenzen.
De publiek-private arrangementen dwingen ons ook om goed na te denken over hoe we omgaan met vraagstukken van in- en uitsluiting en hoe we omgaan met werkelijkheden waarin traditionele vormen van sturen en organiseren volledig gekanteld zijn.
De vervagende grenzen tussen publiek en privaat stellen zowel overheden, professionals, toezichthouders als controleurs de komende jaren voor fundamentele vragen over goed bestuur.