dit werk kent de volgende uitvoeringen
verschijningsdatum12/03/2026

Met een voorwoord van Alicja Gescinska.
Hannah Arendts inzicht over de vluchtelingenproblematiek was even groot als haar gevoeligheid ervoor. Dat is niet toevallig: Arendt was zelf jarenlang tot een staatloos bestaan veroordeeld. Ook het lot van de Palestijnse vluchtelingen hield haar sterk bezig. Wat is het verleden en wat is de toekomst van Palestina in de wereldpolitiek? Een antwoord op die vraag vinden we in twee teksten van haar die nu voor het eerst in vertaling verschijnen.
De eerste tekst dateert uit 1944, toen Palestina nog Brits mandaatgebied was en Israël nog geen staat. Arendt beschouwt daarin de rol van olie, de kansen die wereldmachten daarin zien voor eigenbelang, en de spanningen tussen bewoners van het gebied die daarvan het gevolg waren.
De tweede tekst is bijna tien jaar na de Nakba geschreven, en heeft één centrale bekommernis: hoe kunnen we Palestijnen weer een menswaardig bestaan geven? Arendt hekelt, samen met andere intellectuelen en experts, de onhoudbaarheid van de situatie van de Palestijnen. Al in 1958 vonden zij dat hun mensonwaardige lot té lang aanhield. Ze stelden een rapport en een plan op om de op dat moment 940.000 ontheemde Palestijnen een nieuw thuis te bieden.