Deze twee vroege teksten vormen de kiem waaruit Nietzsches hele oeuvre zich ontwikkelde
In Filosofie in het tragische tijdperk van de Grieken bespreekt Nietzsche Heraclitus’ leer van het worden: ‘Je stapt nooit twee keer in dezelfde rivier’. Volgens Nietzsche is wording mogelijk dankzij de frontale botsing tussen tegendelen als man-vrouw, hitte-kou, zomer-winter, wit-zwart. Deze ‘eenheid van tegendelen’ is kenmerkend voor Heraclitus’ filosofie, en vormt ook de grondslag van Nietzsches stijl van denken en schrijven. De spectaculairste illustratie van de eenheid van tegendelen vinden we in Nietzsches essay Het dionysische wereldbeeld. Volgens Nietzsche staat Dionysus tegenover Apollo als natuur tegenover cultuur, als Wil tegenover Voorstelling, als onbewuste tegenover bewuste.
De van spanning knetterende tegenstelling tussen Dionysus en Apollo vormt volgens Nietzsche het noodzakelijke begin van iedere cultuur, iedere filosofie en ieders geestelijke gezondheid. Ze vormt ook het leidmotief van Nietzsches werk. Maarten van Buuren verzorgde een nieuwe vertaling en schreef een begeleidend nawoord over de ‘eenheid der tegendelen’.