Zwarte lichamen worden regelmatig gehinderd in een witte wereld; vrouwenlichamen worden afgeschermd en afgeremd in een misogyne wereld; dikke lichamen passen niet in een wereld die is afgesteld op het gemiddelde lichaam; berolstoelde lichamen kunnen niet met de trap, en depressieve lichamen worden inert omdat de wereld hen niet meer uitnodigt. De voorbeelden laten zien dat lichamen nooit op zichzelf staan. Ze functioneren altijd in relatie tot andere lichamen en tot de omgeving. Toch is de opvatting nog gangbaar dat je lichamelijke problemen kunt oplossen door te focussen op tekortkomingen in het lichaam, in het denken of in het gedrag van individuen. Filosoof Jenny Slatman legt uit dat deze aanpak onvoldoende werkt. Er is meer aandacht nodig voor de materiële relaties waarin lichamen staan. Ze pleit daarmee voor een nieuwe kijk op lichamelijkheid. Een fundamenteel andere blik op gezondheid, ziekte, beperkingen en sociale uitsluiting Jenny Slatman is hoogleraar Medical & Health Humanities aan Tilburg University. Haar onderzoek bestaat uit filosofischantropologische analyses van lichamelijkheid in kunst, expressie en medische praktijken. Zij publiceerde onder meer Vreemd Lichaam. Over medisch ingrijpen en persoonlijke identiteit en vertaalde werk van Merleau-Ponty. Voor haar werk ontving ze een VIDI- en een VICI-beurs.