Hoeveel illusie heeft een hoogontwikkelde, postreligieuze cultuur nodig?
De kranten staan er in februari 2018 vol van. Bewonderaar van Hitler, nazi-ideeën, antisemitische grapjes – en dat uitgerekend bij een van de latere boegbeelden van progressief Nederland, Lucebert.
In Keizersdrama onderzoekt Jan Oegema de aanhoudende verwarring die Luceberts nalatenschap met zich meebracht. In een persoonlijk getoonzet essay reflecteert hij op de vraag hoe Lucebert als literaire grootheid is omgegaan met zijn verzwegen verleden, en hoe wij als lezers en bewonderaars zijn omgegaan met hem.
De kwestie Lucebert heeft iets van een wicked problem, een vraagstuk dat mee verandert met elke verschuiving van invalshoek. Misschien is Keizersdrama vooral een uitnodiging aan de lezer van Luceberts gedichten om mee te durven veranderen. ‘oh dolorosa wat was leek zo goed / oh dolorosa wat was was niet goed’.
Jan Oegema (1963) is letterkundige en hovenier. Hij publiceerde onder andere Lucebert, mysticus (1999), Een vreemd geluk. De publieke religie rond Auschwitz (2003) en Rilke en de wijsheid. De kunstenaar als leraar (2021).