Drieduizend jaar geleden, in de gebieden die we nu Israël en Palestina noemen, aanbad een groep mensen een ‘vadergod’ genaamd El. El had zeventig kinderen, en een van hen was Jahweh. Jahweh had een lichaam, een vrouw, nakomelingen. Hij vocht tegen monsters en stervelingen, hij was verzot op lekker eten en goede wijn, schreef boeken, trok eropuit en deed zo af en toe een dutje. Maar hij zou iets veel groters en veel abstracters worden: de god van de grote monotheïstische religies.
God. Een anatomisch onderzoek laat zien dat Gods oorsprong duizenden jaren teruggaat, naar lang voordat de Bijbel werd geschreven. Hoewel theologen hem vandaag de dag voorstellen als een wezen zonder lichaam leek God in zijn oorspronkelijke vorm meer op onszelf: God praatte, liep, lachte, huilde, voelde, sliep en ademde net als wij.
Door zijn lichaam zorgvuldig te onderzoeken – van zijn hoofd tot zijn handen, van zijn voeten tot zijn edele delen – laat Francesca Stavrakopoulou zien hoe ons godsbeeld zich door de eeuwen heen heeft ontwikkeld.
‘Verrassend, misschien zelfs choquerend, het brengt aspecten van de bijbelse God aan het licht waarvoor moderne lezers zelden oog hebben.’ – John Barton, emeritus hoogleraar Bijbelstudies aan Oxford University
‘Een verrijkende, verontrustende, onderhoudende en tot nadenken stemmende leeservaring.’ – Literary Review
‘Meeslepend en verbluffend.’ – The Sunday Times