Hugo Claus’ prozadebuut De Metsiers is het verhaal van een Vlaamse boerenfamilie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Middelpunt van de familie is de weduwe Metsiers. Jaren terug heeft zij met haar minnaar Mon Verkindere haar echtgenoot vermoord. Haar twee kinderen Ana (van Metsiers) en Bennie (van Verkindere), een achterlijke jongen en de lieveling van iedereen, worden steeds meer naar elkaar toe gedreven, tot er tussen hen een aan het incestueuze grenzende liefde ontstaat, waarvoor Bennie uiteindelijk de tol moet betalen.
Marjolijn van Heemstra: ‘Een hoogtepunt in de gehele Nederlandstalige literatuur.’