Toen Hugo Claus in maart 2003 in het ziekenhuis moest verblijven bracht zijn vriend Jan Vanriet hem een lege dummy, ter afleiding, om in te schrijven mocht hem iets invallen tijdens de ledige uren. Nog geen maand later, nadat de oude meester was hersteld, gaf hij het boekje tijdens een etentje weer terug. Tot grote verrassing van Jan Vanriet was het volgetekend. Hugo Claus had in korte tijd 109 unieke kunstwerkjes vervaardigd, elk in geheel eigen stijl, alsof hij zichzelf de opdracht had gegeven al zijn registers nog eens te bespelen. De tekeningetjes zijn ontroerend, grappig, sterk, indrukwekkend, elegant, verleidelijk. Suzanne Holtzer, die jarenlang Claus' redacteur was, zocht er dichtregels en strofen bij, waarbij ze zich liet leiden door de tekeningen zelf.
Hoe wonderbaarlijk sereen
blijft de hemisfeer als de wind er door blaast,
ongegeneerd
tot zelfs de roest op mijn ziel
(allengs verweerd) verstuift.
Ik zweer het, de hemel lacht,
overbodig weliswaar, maar toch
van schoonheid bol, eivol. Ongeveer
zoals ik lachte toen die dame naar mij keek,
helder als een ster.