Personen
Elizabeth den Hartog
Aleth Lorne-Matthijs de Keijzer
Jeroen Stumpel
Gerard van Wezel
NUR Codes (sub)
640 Kunst algemeen
Michaël Borremans
Tijdens opgravingswerkzaamheden in de toren van de Sint-Maartenskerk in Doorn, in 1996, ontdekte men omvangrijke fragmenten van gepolychromeerde natuurstenen sculptuur. Na restauratie en reconstructie in 1998-2000 werden de restanten - die afkomstig bleken te zijn van grote reliëfs met onder meer voorstellingen uit het leven en lijden van Christus - tentoongesteld in de kerk. Omdat de fragmenten in 2009 zoutuitbloei vertoonden waarbij de polychromie werd afgestoten, en omdat het interieur zou worden gerenoveerd, was het een goede gelegenheid de conditie ervan grondig te onderzoeken. Dit gebeurde bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed omdat over de problematiek van zoutuitbloei bij gepolychromeerde natuurstenen beelden nog weinig bekend is. Het onderzoek werd uitgevoerd door een team van externe en interne specialisten. Deze situatie bood ook gelegenheid voor reconstructie en onderzoek naar de iconografie en de mogelijke herkomst van de fragmenten. Bij een opgraving in de kerk tijdens de renovatie werd de koorsluiting van een mogelijk nog oudere kerk gevonden. Dit was ook de bouwgeschiedenis opnieuw te herzien en het resultaat tegelijkertijd te publiceren. De reliëfs zijn mogelijk afkomstig van een doksaal. Als kerkelijk architectonisch onderdeel vallen ze dus onder bouwsculptuur. De fragmenten zijn van nationaal belang: gezien de hoge kwaliteit van het beeldhouwwerk en de nog geheel aanwezige polychromie zijn ze een belangrijke bron van kennis over polychromeerde laatmiddeleeuwse beelden. De Sint-Maartenskerk stond onder beheer van de Utrechtse Domproosten. Een van hen zal omstreeks 1525-1535 opdracht hebben verleend tot een dergelijk groot en rijk interieuronderdeel. Het behoort tot de vroegste voorbeelden van renaissance bouwsculptuur in Nederland.