Dit praktisch-theologische proefschrift gaat over predikanten van de Protestantse Kerk in Nederland die als geestelijk verzorger werkzaam zijn in de zorg. De vraag is: wat betekent het predikantschap - ofwel het 'ambt' - voor hun leven en hun werk? Hoe beleven zij het ambt en wat is de relatie tussen het ambt en hun levensbeschouwelijke identiteit? Deze vraag is van belang omdat het ambt door een deel van de beroepsgroep van geestelijk verzorgers, die meer dan alleen predikanten omvat, wordt gezien als niet noodzakelijk voor de uitoefening van het beroep. Ook bestaat er in de Protestantse Kerk in Nederland een structureel gebrek aan aandacht voor geestelijke verzorging in zorginstellingen. Uit dit kwalitatief-empirische onderzoek, uitgevoerd volgens de methode van 'classic grounded theory' van de Amerikaanse socioloog Barney Glaser, komt naar voren dat het ambt door de protestantse predikanten-geestelijk verzorgers - tegen de verwachting in - van groot belang gevonden wordt. Hun taakopvatting valt ten diepste te omschrijven als 'oog en oor zijn voor spiritualiteit en existentie'. Deze taak wordt verricht in de professioneel-institutionele contexten van zorginstelling, beroepsvereniging en kerk, in het gesprek met patiënt of cliënt, en ook in de eigen omgang met wat 'het Heilige' genoemd kan worden. Het ambt speelt hierbij - op telkens verschillende wijze - steeds een grote rol, soms negatief, vaker positief. Op een meer theoretisch niveau, mede geïnspireerd door de identiteitstheorie van Paul Ricoeur, kunnen we spreken van een wisselwerking tussen 'adaptatie', inspelen op de werkomgeving, en 'attestatie', het duidelijk maken waar men ten diepste voor staat. In dit krachtenveld kiest de predikant-geestelijk verzorger positie. Dit proefschrift bedoelt een bijdrage te leveren aan het debat over nut en noodzaak van het ambt zoals dat wordt gevoerd binnen de Vereniging van Geestelijk VerZorgers, de Protestantse Kerk in Nederland en het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken. De verworven inzichten zijn daarnaast van belang voor andere werkvelden waar geestelijk verzorgers werkzaam zijn, zoals Defensie en Justitie, voor onderwijsinstellingen waar geestelijk verzorgers worden opgeleid, voor andere kerken en zogeheten 'zendende instanties', en voor beleidsmakers. Richart Huijzer (1956) studeerde wijsbegeerte aan de Radboud Universiteit Nijmegen en theologie aan de Universiteit Utrecht. In 2006 behaalde hij het certificaat voor interimpredikant aan het Theologisch Seminarium Hydepark te Doorn. Hij werkte als directeur van het Landelijk Centrum voor Gereformeerd Jeugdwerk (LCGJ) en als predikant van de Hervormde Gereformeerde Kerkgemeenschap Doesburg. Daarna legde hij zich toe op de geestelijke verzorging, eerst als beleidsmedewerker en later als hoofd van het Stafbureau van de Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen (VGVZ). Momenteel werkt hij als geestelijk verzorger en waarnemend hoofd van de Dienst Geestelijke Verzorging en Pastoraat van het Radboud Universitair Medisch Centrum met een zending als predikant vanwege de Protestantse Gemeente Nijmegen.