dit werk kent de volgende uitvoeringen
Hardback
ISBN9789462491878
verschijningsdatum30/05/2017
verschijningsdatum30/05/2017
Personen
Joël Cahen
Otto Visser
NUR Codes (sub)
640 Kunst algemeen
Michaël Borremans
De Hongaarse Avant-Garde speelde een grote rol in de ontwikkeling van het modernisme aan het begin van de twintigste eeuw. De kunstenaars die tot deze groep behoorden waren voor het merendeel van joodse komaf. Hun Hongaarse namen waren Margit Anna, Endre Bálint, Béla Bán, Róbert Berény, Dezso Czigány, Béla Czóbel, Vilmos Huszár, Béla Kádár, Ödön Márffy, László Moholy-Nagy, Lili Ország, Vilmos Perlrott Csaba, Lajos Tihanyi, Júlia Vajda, Lajos Vajda, Hugó Scheiber, Armand Schönberger, Erno Schubert and Sándor Ziffer. Zij stonden onder invloed van kunstbewegingen uit zowel Oost als West. Het kubisme uit Frankrijk, het futurisme uit Italië, het expressionisme uit Duitsland en het constructivisme en de cinema uit de Sovjet-Unie. Door hen ontstond een opvallende synthese tussen Oost en West in de zo typische cultuur van Midden-Europa. Zoals Lajos Vajda, een van de twintig kunstenaars van wie werk in dit boek beschreven wordt, het uitdrukte: '(...) wij proberen een nieuwe Centraal Europese Kunst te laten ontstaan, beïnvloed door de twee centra van creativiteit, Rusland en Frankrijk, daarbij zijn wij in Hongarije voorbestemd om een brugfunctie te vervullen tussen twee types Europeanen. Wij willen de brug bouwen tussen Oost en West, Noord en Zuid (...)'. Het verhaal van deze kunstenaars draait om de hoop op een beter land, of die nu voortkwam uit hun jodendom of hun sociale bewogenheid. Dit boek laat die hoop zien met behulp van de krachtige, indrukwekkende kunstwerken uit de tentoonstelling. Deze publicatie gaat in op de vraag hoe deze kunstenaars zichzelf op doorslaggevende momenten in de geschiedenis van hun land definieerden en identificeerden onder wisselende politieke regimes en onder een toenemend antisemitisme. Tijdens hun leven en werken werden anti-joodse wetten ingevoerd en vond de Holocaust plaats. Vele jonge talenten werden vermoord. Een paar avant-gardisten, waaronder Margit Anna en Júlia Vajda, startten kort na de oorlog met 'De Europese School' een nieuwe richting op. Hun doel was om na de verschrikkingen en verliezen van de Holocaust hun culturele oriëntatie opnieuw als inherent Europees te definiëren.