Paul (34, bijna 35) heeft autisme. Iedereen spreekt zijn naam verkeerd uit ('Pauwl'). Hij woont in gezinsvervangend tehuis De Driemaster en gaat elk eerste weekend van de maand naar zijn moeder. In zijn woonkamer staat een terrarium met zijn baardagaam Wilfred. Hij werkt bij de plantsoenendienst en is stiekem verliefd op de veel jongere Carol.
Op een ochtend is Wilfred zoek, moet Paul naar de wc maar ontbreekt de rust en de tijd ervoor, en in het stadhuis, waar Paul van het toilet gebruikmaakt omdat hij niet op de Dixi wil, zijn de bordjes van de dames- en heren-wc omgedraaid. Het is de opmaat naar onverdraaglijke verwarring. Wat die ochtend om 05.30 uur begon als een gewone, kalme dag, verandert in een kleine nachtmerrie.
Pauwl is een realistische, ontroerende en humoristische vertelling over de beperkingen én verrijkingen van een leven met autisme.