Personen
Mariël Kanne
NUR Codes (sub)
740 Mens en maatschappij algemeen
Wetstratees
Vernederd, verkracht, verborgen
In organisaties op het gebied van zorg en sociaal werk komen we mensen tegen met verschillende belangen en behoeften. De vragen 'wat is goede zorg?', 'wat is goed werk?' en 'wat is goede samenwerking?' zijn daarom meestal niet makkelijk te beantwoorden. Ook is het antwoord vaak omgeven met conflicten. Reflectie op vragen rond goede zorg en het uitwisselen van verhalen, bijvoorbeeld in de vorm van een moreel beraad, waarbij personen met uiteenlopende belangen aanwezig zijn, leidt tot nieuwe inzichten, wederzijds begrip en co-creatie van goede zorg, zo luidt de stelling van het onderzoek dat wordt beschreven in dit boek. In het eerste deel van dit onderzoek wordt een theoretisch kader ontwikkeld, waarbij de filosofie en de sociale wetenschappen met elkaar in gesprek worden gebracht, gericht op het perspectief van goed leven, goed werk en goede samenwerking. Zo ontstaat het concept 'co-creatie van goede zorg'. Uitgangspunt is de idee dat zorg zowel een existentiële als een politieke dimensie heeft, omdat het onlosmakelijk verbonden is met 'goed leven' en omdat het niet uitsluitend door iemand voor een ander wordt gedaan maar altijd samen met anderen. Gecombineerd met de constatering dat zorg per definitie machtsongelijkheid en conflicterende opvattingen met zich meebrengt, leidt dit tot de conclusie dat aandacht voor machtsverschillen en voor een rechtvaardige verdeling van zorg, zorgtaken en zorgverantwoordelijkheden in organisaties en instituties belangrijk is. Daarbij dient rekening te worden gehouden met het feit dat iedereen anders is, en dat ook de context waarin zorg wordt gerealiseerd steeds verschilt. Het tweede deel beschrijft het empirisch onderzoek. Interviews met professionals, cliënten, beleidsmedewerkers en managers evenals verslagen van moreel beraad uit tien organisaties illustreren hoe mensen in de praktijk reflecteren op de betekenis van hun werk. In verband met goede zorg worden aspecten genoemd die te maken hebben met autonomie, zoals 'regie op het eigen leven' en 'eigen kracht'. Respondenten vinden het belangrijk dat cliënten de mogelijkheid krijgen om zelf verantwoordelijkheid voor hun leven te nemen. Goede zorg is ook betrokkenheid: de cliënt zien als de mens die hij of zij is en deze behandelen als een gelijkwaardige partner. Een ander waardevol aspect van goede zorg wordt benoemd met het werkwoord 'durven'. Men brengt dit in verband met moed: hulpverleners moeten niet bang zijn om lastige situaties aan te gaan en existentiële kwesties aan de orde te stellen. En ze moeten dingen kunnen laten. Want goede zorg is soms ook juist bewust iets niet doen. Tenslotte benoemen sommigen goede zorg als meerwaarde voor de cliënt, in termen van bijdragen aan kwaliteit van leven en een menswaardig bestaan. Mariël Kanne (1961) werkt als docent ethiek en onderzoeker bij de Hogeschool Utrecht. Zij is lid van de onderzoeksgroep Ethiekwerk, die praktijkonderzoek verricht naar de ethische aspecten van sociaal werk. Eerder werkte zij als organisatieadviseur in zorginstellingen. Zo kon zij als 'embedded ethica' onderzoek doen naar de betekenis van moreel beraad en ethische reflectie in de praktijk van de zorg en het sociaal werk.