'In naam van Paulus' behandelt de nieuwtestamentische brieven die zogenaamd van Paulus zijn, maar zeker niet door hem zijn geschreven: die aan de Kolossenzen, de Efeziërs, de tweede brief aan de Tessalonicenzen, de brieven aan Timoteüs en Titus, en brengt ze in verband met het beeld van Paulus zoals dat in de Handelingen van de Apostelen wordt geschetst. Al in de eerste eeuw beriepen christenen zich op Paulus, maar met ingrijpende vertekeningen. Geschriften in zijn naam deden de ronde. Toegeschreven brieven, om zijn denken bij de tijd te brengen en zijn vermeende geestelijke nalatenschap vast te leggen. De bovengenoemde brieven zijn weliswaar in de Bijbel opgenomen en getuigen van grote denkkracht en creativiteit, maar halen het niet bij Paulus zelf. Hij werd geactualiseerd, dus aangepast. De tentenmaker, onruststoker, bajesklant, bereisde farizeeër en 'christen' van het eerste uur die Paulus was, werd een christelijke autoriteit, een patriarchale huisvader, een kerkleraar met midden-platoonse, dan weer stoïcijnse gedachten. Evenals het eerder verschenen boek 'Paulus zelf', over zijn echte brieven, is 'In naam van Paulus' geschreven door bijbelwetenschappers uit Vlaanderen en Nederland, katholiek en protestant. Zij leggen de huidige stand van zaken van het Paulusonderzoek voor aan een breed publiek.