In dit boek worden de 'echte' brieven van Paulus behandeld: 1 Tessalonicenzen, Galaten, de beide Korintiërsbrieven, Romeinen, Filippenzen en Filemon. Door exegeten en homileten van naam, katholiek en protestants, ondermeer: Adelbert Denaux Peter Tomson, Bert Jan Lietaert Peerbolte, Maarten den Dulk, Rinse Reeling Brouwer, Victor Bulthuis. Het zijn de brieven die Paulus zelf geschreven heeft, of waarschijnlijker: gedicteerd. 's Mans tragiek was dat hij zóveel gezag genoot dat velen zich in zijn naam sterk hebben gemaakt voor ... of vooral tegen ... Nu mag hij in "Paulus zelf" ook eens voor zichzelf spreken. Dus los van wat hem is toegeschreven, aangerekend of toegedicht. Paulus zelf is een uitnodiging om fris en onbevooroordeeld te lezen. Paulus-watchers hebben zijn comeback voorspeld en inmiddels is hij in filosofie en jodendom een factor van betekenis. Maar in de kerk komt Paulus vooralsnog slechts mondjesmaat ter sprake. Aan zijn naam kleeft een aantal hardnekkige vooroordelen: Paulus als de leerstellige dogmaticus; de apostel als zwartkijker en doemdenker; de tegenstander van alles wat in het leven, aardig, lief en leuk is; de vervormer van het evangelie. Recent nieuwtestamentisch onderzoek heeft Paulus echter van deze aantijgingen gerehabiliteerd. De werkelijke Paulus was een hellenistische jood, een Romeins staatsburger, een 'christen' (een neologisme dat waarschijnlijk door hemzelf is gesmeed) en een universalistisch denker die de muren tussen joden en heidenen, mannen en vrouwen, slaven en vrijen heeft gesloopt.