dit werk kent de volgende uitvoeringen
verschijningsdatum18/07/2006
Psychoanalyse en vrouwen vormden jarenlang een heikel duo. Hoewel Freud verzuchtte dat het wezen van de vrouw voor hem een duister continent was, vormde zijn theorie over de vrouwelijke ontwikkeling voor velen lange tijd de standaard. Tijdens de tweede feministische golf kreeg de psychoanalyse terecht veel kritiek en moesten analytici zich herbezinnen op hun visie op vrouwen; een specifiek vrouwelijke ontwikkelingslijn werd node gemist.
In dit boek geschreven door een moderne generatie vrouwelijke psychoanalytici komen diverse aspecten van de vrouwelijke ontwikkeling en identiteit aan de orde. Vanuit verschillend perspectief wordt onderzocht hoe een jonge vrouw de beleving van haar lichaam, de gebondenheid aan haar moeder, het zelf moeder worden, werk en partnerschap weet te integreren in een meer of minder stevige identiteit. Vragen die daarbij aan bod komen zijn onder meer: Hoe staat het met het vermeende masochisme van de vrouw? Als identiteitssynthese en zelfwaardering centraal staan, wat betekent dit dan voor de dynamiek van schaamte? En welke implicaties heeft kennis uit andere wetenschapsgebieden, zoals de neurowetenschappen, voor de houdbaarheid van de theorie? Worden vrouwen en mannen geboren of gemaakt?
'In den beginne was de vrouw' is de weerslag van een bijeenkomst over de vrouwe lijke identiteits-ontwikkeling die in september 2005 werd gehouden. Directe aanleiding daarvoor vormde het feit dat Karin Mispelblom Beyer-Broeshart in die periode veertig jaar actief was in de Nederlandse Vereniging van Psychoanalyse.