dit werk kent de volgende uitvoeringen
verschijningsdatum23/04/2024
Vlak voor de Eerste Wereldoorlog werden in Nederland geheime diensten opgericht. Ze verzamelden informatie over de dreiging die uitging van het Duitse Keizerrijk en Oostenrijk-Hongarije. De rol en de zichtbaarheid van die inlichtingen- en veiligheidsdiensten is sindsdien geleidelijk gegroeid, bijvoorbeeld bij het tegengaan van economische of militaire spionage, het voorkomen van terroristische aanslagen en het beletten van buitenlandse inmenging in de Nederlandse samenleving.
Over de vroege jaren van de diensten is nog weinig bekend. Daarom is het van historisch belang dat de aivd onlangs een intern rapport over de Nederlandse geheime diensten in de periode 1912-1947 heeft vrijgegeven. Die geschiedenis is geschreven door een insider, M. de Meijer: zijn werkgever, de toenmalige Binnenlandse Veiligheidsdienst, wilde niet dat de verhalen uit die tijd verloren zouden gaan. De Meijer kon zich deels baseren op documenten die hij na de Duitse inval in zijn achtertuin had begraven. Het rapport geeft een zeldzame inkijk in de geschiedenis van de geheime diensten tot en met de Tweede Wereldoorlog.
In Uiterst vertrouwelijk gebruiken diverse experts de geschiedschrijving van De Meijer om te reflecteren op inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Zij werpen licht op de wereld die De Meijer beschrijft en verbinden die met huidige ontwikkelingen. Wat waren de vijandbeelden van Nederlanders? Hoe zijn de taken van geheime diensten veranderd? En hoe verhouden ze zich tot de democratische rechtsstaat? Dit boek laat zien hoe het eenvoudige documentatiewerk van enkele militairen uitgroeide tot professionele organisaties waar duizenden mensen werken.