Dit briljante boek geeft antwoord op de vraag waarom sommige landen rijk zijn en andere arm. Komt dat door culturele verschillen, het klimaat of de geografische omstandigheden? Daron Acemoglu en James Robinson laten overtuigend zien dat het de politieke en economische instituties zijn die het economische succes of falen van een land bepalen. Ze illustreren hun betoog met tal van fascinerende voorbeelden. Een daarvan is Korea, een in wezen homogene natie. In Zuid-Korea legt de overheid verantwoording af aan de burgers en heeft de bevolking volop economische kansen; het land is zeer welvarend. Noord-Korea wordt dictatoriaal geregeerd en kent helaas al tientallen jaren onderdrukking en hongersnood. Waarom sommige landen rijk zijn en andere arm laat ons met andere ogen naar de wereld kijken en geeft een dieper inzicht in de oorzaken van armoede en rijkdom.
Daron Acemoglu is hoogleraar economie aan het MIT. Hij ontving de John Bates Clark Medal. Degenen die deze onderscheiding krijgen, worden algemeen beschouwd als belangrijke kanshebbers voor de Nobelprijs. James Robinson is politiek wetenschapper en econoom. Hij is hoogleraar aan Harvard University en een wereldberoemde Latijns-Amerika- en Afrikadeskundige.