Eeuwenlang bleef alles min of meer hetzelfde in de Nederlandse tuin, maar vanaf de zeventiende eeuw buitelden de ontwikkelingen over elkaar heen: er werden uitheemse planten gekweekt en nieuwe technieken ontwikkeld. Aan de hand van het leven en werk van hoveniers en kwekers verhaalt historicus Lenneke Berkhout over de fascinerende veranderingen in het tuinieren. Zo beschrijft ze hoe een briljante meesterhovenier aan het Oranjehof het beheer kreeg over Engelse koninklijke tuinen. Ze vertelt over een avontuurlijke tuinmanszoon die naam maakte met het kweken van rijpe bananen en een aanstelling kreeg als botanisch directeur van Schloss Schönbrunn in Wenen, over internationale handelsnetwerken, over hoe de tulpenkoorts de een stinkend rijk maakte en een ander failliet liet gaan, over eigenzinnige tuinarchitecten en plichtsgetrouwe tuinbazen in dienst van de adel. ‘Hoveniers en tuinbazen’ is een heerlijke geschiedenis vol bloeiende tuinen, weelderige parken en royale kassen – maar het beschrijft ook het einde van een tijdperk.