Arthur Debruyne beschrijft in De Mexicaanse methode een uiterst spannende speurtocht door een nieuwe tak van de Nederlands-Belgische drugsmisdaad.
De Lage Landen zijn de afgelopen jaren uitgegroeid tot wereldspelers in de productie van het krachtige roesmiddel methamfetamine. Ondernemende Nederlandse drugscriminelen lieten gespecialiseerde Mexicaanse laboranten invliegen om de meth te maken die ze vervolgens verscheepten naar winstgevende markten elders in de wereld. Ondertussen zijn de Mexicaanse laboranten alweer verdwenen – velen achter de tralies – en hebben Nederlandse en Belgische koks hun efficiënte werkwijze overgenomen.
Arthur Debruyne sprak de Mexicaanse koks en hun voormannen die ze in contact brachten met Nederlandse drugshandelaren. Op basis van gesprekken met de belangrijkste betrokkenen, onderzoek in strafdossiers en vertrouwelijke documenten, onthult Arthur Debruyne het verhaal achter dit opmerkelijke fenomeen in de Nederlands-Belgische drugsmisdaad.
Arthur Debruyne, werd, vanuit zijn werk als correspondent in Latijns-Amerika, vaak geconfronteerd met de ontwrichtende gevolgen van drugsoorlogen. Hij begon het nieuws rond 'el narco' op de voet te volgen, maar raakte werkelijk gefascineerd toen hij vernam dat er drie Mexicaanse boeren wasren opgepakt in een crystalmethlad in Noord-Brabant. Daar begon zijn jarenlange zoektocht naar de Mexicaanse laboranten en onderwereldmakelaars die in onze Lage Landen een nieuwe tak van de drugsindustrie hebben grootgemaakt.