De oppervlakte van God, de zijwindgevoeligheid van de optelsom, de invloed van vissenstaarten op de golfslag van de zee: de ’Patafysica is een vrolijke wetenschap. Rudy Kousbroek noemde de ’Patafysica ‘de ultieme bevrijding van het irrationele denken’, Gerrit Komrij prees de ‘al naar believen zinloze of uiterst zinvolle wetenschap die alles te boven gaat’, en Rutger Kopland roemde het vermogen problemen op te lossen die door niemand als probleem worden ervaren.
Het carnaval van het Zijn onderzoekt de invloed van de ’Patafysica op de avant-garde, van Alfred Jarry tot de stichting van het Collège de ’Pataphysique. Het eerste Nederlandse lid, kunstenaar Jacqueline de Jong, is kroongetuige. Ook worden we ingewijd in de Nederlandse Bâtafysica, met leerstoelen in de Gaapkunde, de Ongezochte Vondst en het Opperlans.
Van de schilderende ezel Lolo in Montmartre tot de fietsmachine van Jean Tinguely, van speculaties over de vierde dimensie tot de eerste monochrome schilderwerken, van schertsgenootschappen in de Nederlandse Republiek tot de zittingtechnieken van Lodewijk van Deyssel: de patafysische spiraal werkt zich een slag in de rondte.
Aan de hand van honderden illustraties, kronieken en anekdotes presenteert Matthijs van Boxsel het enig mogelijke antwoord op de domheid: de ’Patafysica!