De mens is een symbolisch dier. Met de hulp van symbolen, rituelen en andere culturele constructies geef hij betekenis aan de wereld die hem omringt. Vanuit die premisse buigen veertien toonaangevende auteurs zich over de betekenis van symbolen en de rol die ze spelen in de meest diverse uitingen van beschaving. De bijdragen in dit boek raken aan antropologische thema’s zoals vergiffenis, lijden en liefde, filosofische thema’s zoals de rol van de verbeelding, de kunst en het sacrale, en aan maatschappelijke thema’s zoals identiteitspolitiek en de herbestemming van kerken.
De auteurs gaan hierbij net zo goed in dialoog met grote namen uit de filosofiegeschiedenis als met invloedrijke schrijvers en kunstenaars. Omdat dit boek werd opgevat als een eerbetoon aan het werk van de Leuvense filosoof Paul Cortois, gaat bijzondere aandacht uit naar de relatie tussen wetenschap en symbolisering. In welke zin vormen de wetenschappen een set van specifieke culturele tradities binnen een bredere cultuur? Hoe moeten we de spanningen tussen de verschillende culturele domeinen van ons leven vatten? Wat maakt het mogelijk om binnen een wetenschappelijk wereldbeeld de eigenheid van literatuur, rituelen en religie te vatten?