Voor de vroege middeleeuwer waren de waarneembare en de bovenzinnelijke wereld volledig met elkaar verweven, laat Luit van der Tuuk zien in ‘Indiculus’. Iedereen was zich voortdurend bewust van de aanwezigheid van bovennatuurlijke machten die invloed uitoefenden op het aardse bestaan. Van der Tuuk beschrijft in dit boek de spiritualiteit in de vroege middeleeuwen. Als kapstok gebruikt hij de ‘Indiculus superstitionum et paganiarum’, Latijn voor ‘kleine lijst van bijgelovige en heidense gebruiken’. De daarin bijeengebrachte opsomming van soms moeilijk te doorgronden begrippen levert een verrassende verzameling van religieuze en magische gebruiken op. Luit van der Tuuk werpt in ‘Indiculus’ een helder licht op de spirituele beleving van de vroege middeleeuwers.