dit werk kent de volgende uitvoeringen
Paperback
ISBN9789066500938
verschijningsdatum30/03/2009
verschijningsdatum30/03/2009
Personen
Cees BG Langeveld
Ineke van Hamersveld
NUR Codes (sub)
640 Kunst algemeen
Michaël Borremans
Nederland kent zo'n 300 officiële theaters, concertzalen, pop- en andere muziekpodia die moeten worden geëxploiteerd, en als het even kan efficiënt, met sluitende jaarrekeningen en hoge culturele prestaties. Maar deze podia moeten werken met beperkte middelen: podiumkunstenaars hebben vaak een bescheiden budget, bezoekers hebben niet alles over voor een voorstelling, overheden stellen steeds meer voorwaarden aan subsidies en gebouwen onderhouden en exploiteren is kostbaar. Podia zijn aangewezen op een mix van externe financiering en eigen inkomsten. Het binnenhalen van grote bezoekersaantallen en een kien prijsbeleid zijn daarom cruciaal. Desondanks streven de podia, anders dan in het bedrijfsleven, geen maximaal haalbare winsten na, eerder realisatie van een zo groot mogelijke artistieke ambitie. Hoe houden zij zich staande? Hoe kunnen zij de juiste prijs bepalen? Is het wel mogelijk de eigen inkomsten via recettes te verhogen? Wat is eigenlijk het belang van podia voor stad of regio? Wat brengt meer geld in het laatje: een grotere zaal (uitbreiding), of samenwerking tussen podia waardoor efficiënter kan worden gewerkt en geld kan worden uitgespaard? Wat zijn de voor- en nadelen van dergelijke schaalvergrotingen? En kunnen podia en gemeenten met een eenvoudige formule glashelder berekenen wat de subsidiebehoefte van een podium zal zijn? Dit zijn enkele vragen waar econoom en adviseur Cees Langeveld in Zaken van Zalen een antwoord op geeft. En passant gaat hij ook in op de overeenkomsten en verschillen tussen theaters en concertzalen aan de ene en poppodia aan de andere kant. Het blijkt dat de verschillende typen podia nog heel wat van elkaar kunnen leren.