De onderlinge verhoudingen binnen Karins familie komen op scherp te staan wanneer moeder naar een verzorgingshuis moet. Ze is vierentachtig en dementerend. Een deel van haar kinderen overdrijft echter haar ziektebeeld waardoor ze plots op een gesloten afdeling tussen luiers dragende en zwaar verwarde ouderen terechtkomt. Als Karin haar daar helemaal in paniek aantreft, besluit ze moeder, samen met een van haar zussen, te ontvoeren en in haar eigen huis onder te brengen. De rest van de familie is woest. Het is het begin van een ruzie met het lot van moeder als inzet. Maar plots je moeder vierentwintig uur per dag om je heen hebben, blijkt echter ook niet gemakkelijk. Zeker niet als ze denkt dat haar dochter Karin een tante is, en haar zoon een zus.
Het zal je moeder maar wezen is een tragikomische, maar ook ontroerende roman over een gezin dat uit elkaar valt, over de verwoestende kracht van dementie en over de wijze waarop we omgaan met ouderen.