400 jaar karakter

Grolsch wordt al sinds 1615 gebrouwen. En eigenlijk is er in die tijd niet zo veel veranderd. Grolsch wordt nog altijd met dezelfde beleving, inzet en volharding gebrouwen als 400 jaar geleden. Deze vasthoudendheid getuigt van karakter. En over karakter kan Grolsch veel verhalen vertellen. 

‘Ik bepaal zelf wel waar ik mijn bier in doe,’ sprak Theo de Groen, omdat hij niet af wilde van de bekende beugelfles. En wat te denken van de keuze van het biermerk om bij de bouw van de nieuwe brouwerij in 2004 een zeven kilometer lange pijpleiding aan te leggen om verzekerd te 

blijven van het beste water voor het beste bier. Dát is pas karakter. Alles staat in Enschede al vier eeuwen in het teken van goed bier. Oftewel: vakmanschap met karakter. En dat verdient een mooi boek. Dat net als het bier uitblinkt in karakter.

Het boek vertelt het bijzondere verhaal van een plaatselijk brouwerijtje, dat in 1615 zijn oorsprong vindt in een Achterhoeks vestingstadje en eeuwen later zal uitgroeien tot het internationaal bekende merk Grolsch, bijzonder bier uit Grolle. Het verhaal van de oprichter Willem Neerveldt, 

zijn schoonzoon gildemeester Peter Kuijper en hun brouwende afstammelingen; het verhaal van de familie Harperink, Groenlose brouwers uit de 19e eeuw, van een brouwende notaris die in 1888 de brouwerij uit de failliete boedel Harperink overneemt en nog een paar jaar in leven weet te 

houden, tot hij haar in 1897 doorverkoopt aan ene Theo de Groen, brouwer uit Utrecht. De familie De Groen zal de brouwerij, inmiddels met vestigingen in Groenlo en Enschede, bijna honderd jaar leiden en uitbouwen tot een internationale speler op de biermarkt. De groei, mede mogelijk 

gemaakt door het legendarische Vakmanschap is Meesterschap en latere campagnes, komt uitgebreid aan de orde in het boek. 

Grolsch is bier met karakter. Al vierhonderd jaar. Een boek over vier eeuwen kuiperszonen, hopheren en brouwmeesters die uitblinken in vakmanschap en meesterschap.
Het boek is samengesteld door Ru de Groen, een nazaat van Theo de Groen.