dit werk kent de volgende uitvoeringen
verschijningsdatum22/08/2016
verschijningsdatum22/08/2016
De Siberische strafkampen in de tijd van de tsaren
Zowel het Russische collectieve geheugen als dat van de westerse gemeenschap denkt bij de Siberische strafkampen alleen aan de periode onder Stalin en de zogeheten Goelagarchipel. Maar lang voordat de Sovjet-staat haar kampen oprichtte, was Siberië al een gigantische openluchtgevangenis, met een geschiedenis die meer dan drie eeuwen beslaat.
Tussen de kroning van Nicolaas I in 1825 en het gedwongen aftreden van Nicolaas II in 1917 werden meer dan een miljoen Russen verbannen naar de gevangenissen, forten, mijnen en nederzettingen van Siberië. De mensen kwamen uit alle lagen van de tsaristische samenleving: boeren die uit hun dorp waren gezet, gevaarlijke misdadigers, duellerende aristocraten, schrijvers, studentenactivisten, revolutionairen en onschuldige slachtoffers van intrige en gerechtelijke dwaling. Velen van hen gingen samen met hun familieleden in ballingschap.
Dit verhaal over ballingschap en straf in Siberië, en vooral het waaróm daarvan geeft een uniek beeld van de Russische samenleving in die turbulente eeuw voor de Revolutie van 1917. Voor de overgrote meerderheid van de Russen was het leven in die tijd onaangenaam, hard en kort. In de strafkampen en verbanningsoorden bevonden zich naast echte misdadigers heel veel mensen die het slachtoffer waren van de grote mate van ongelijkheid in het tsarenrijk van de Romanovs.
Het huis van de dood is een uniek verhaal over een onbekend onderwerp van de Russische geschiedenis, geschreven door een internationale belofte.
Daniel Beer is een jonge Britse historicus. Dit is zijn eerste publieksboek.