Personen
Yoann van Parys
NUR Codes (sub)
300 Literaire fictie algemeen
Pakket De helden van David
Zomer pakket A | Dwarsligger 2 en 1
Zomer pakket B | Dwarsligger 2 en 1
Zomer pakket C | Dwarsligger 2 en 1
Is er ooit een decennium met meer gemak weggezet dan de jaren 90? Alles was neoliberaal, paars, hedonistisch, virtueel en dance. Met de aanval in 2001 op twee torens in het westen sloot een periode die begon met de val van een muur in het oosten, volmaakt symmetrisch op 9/11. De duiding van de tussenliggende jaren werd een invuloefening: een tijd zonder plafonds, zonder politiek, zonder experiment en zonder geschiedenis. Aan het begin van het nieuwe millennium kon weer helemaal opnieuw worden begonnen zo gaat de mythe. De kwestie van nY #10 bestrijdt het gemak waarmee de jaren 90 zijn kaltgestellt door het tijdvakcliché uit te vergroten en tegen te spreken. Als vorm is gekozen voor negentig lemmas die het eervorige decennium met puntige essayistiek van 1 tot 1001 woorden uit het koelvak halen. Aan het woord komt een keur aan schrijvers die die daverende decade min of meer ongeschonden zijn doorgekomen. Gemakkelijk laten de jaren 90 zich niet wegzetten, dus laten we de schotten tussen de rubrieken vrolijk barsten. Zo plaatsen we een toepasselijke ingezonden mededeling van Bebbi Wijnberg, met een verfrissende, enthousiaste blik op de definitieve doorbraak van het managementdenken. De Beelden in dit nummer dragen eveneens de stempel van de nineties: Yoann Van Parys dook in zijn vroegste portfolio en biedt ons een onverhulde inkijk in zijn zoektocht naar een eigen stijl. Een echo uit het jongste fin de siècle is ook hoorbaar in de eerste van drie bijdragen van De gast van deze jaargang. In In den beginne keert PeterSmink terug naar zijn geboorte als schrijver en treedt hij in discussie met het openingsverhaal uit zijn debuutbundel Het slinkende papier (95). Daarmee voegt hij een nieuwe laag toe aan zijn bijzondere oeuvre, dat niet alleen telkens naar de diepte van dezelfde mysterieuze gebeurtenis peilt, maar ook het daaruit voortgekomen schrijverschap onderzoekt. Naast De gast verwelkomen we in dit nummer ook ons nieuwe redactielid, Els Moors, die met de cyclus so böse wie noch nie meteen een stormachtige entree maakt. Voorts is er poëzie van Marwin Vos, die ons de ethische vraag stelt naar onze methode te midden van de vrije hang / naar verlichte ritmes van de wereld. Hun gedichten krijgen in De omzet gezelschap van Arno Schmidts Tamboer bij de tsaar, een kort verhaal waarmee vertaler John Fenoghen een project voltooit dat Jan H. Mysjkin in de mid-nineties in de steigers zette. In De zift zetten we de in #9 aangekondigde reeks in over de representatie van vooraanstaande filosofen in het genre van de documentaire film. Jo Bogaerts en Leen Van Brussel wijzen ons op de manier waarop Slavoj iek en Jacques Derrida poseren en in scène zijn gezet. In Untagged ten slotte brengt Matthijs de Ridder de ontknoping van het onwaarschijnlijke verhaal van jazzcomponist en frontsoldaat James Reese Europe.