In 'Voorbij de Blauwbrug' beschrijft Joosje Lakmaker, op zoek naar de geschiedenis van haar grootvader, het dagelijks leven in de roerige periode tussen 1885 en 1942. De joodse diamantbewerkers, sigarenmakers en mandenmakers in die tijd leidden een leven van sappelen, onregelmatig werk en steun trekken. Het was een halve eeuw van grote stakingen, demonstraties en politieke bewustwording, de Eerste Wereldoorlog, de economische crisis, de dreiging van het fascisme, de Tweede Wereldoorlog, het verzet en de jodenvervolging.
In die wereld leefde haar grootvader Leman Lakmaker, een enorme doorzetter. Hij groeide op in een analfabeet arbeidersgezin, liet zijn milieu en joodse geloof achter zich, werd socialist en uitgever. Hij verhuisde met zijn gezin naar het Gooi, naar Antwerpen en weer terug naar Amsterdam. Een 'opstrever' noemde hij zichzelf. Hij was een idealist en vooral een optimist, die in staat was tegen de stroom in te roeien met de kracht van iemand die tot het laatst toe bleef geloven in een betere toekomst.
'Lakmakers boek is veel tegelijk. Zij beschrijft een groot stuk geschiedenis van de Amsterdamse joden, maar tegelijk ook van het vooroorlogse socialisme.' - de Volkskrant
'De bijna paradoxale kracht van dit verhaal is, dat je al lezend geneigd bent te vergeten welke doem er overheen hangt.' - NRC Handelsblad
'Een geschiedenis die de lezer bij de keel grijpt.' - Nederlands Dagblad