The day of the truffles

In het indrukwekkende kasteel La Bourlie in Urval (Périgord) groeit de puber Louise Commarque op als enige dochter van schatrijke ouders. Ook al krijgt ze alles wat een tienermeisje maar kan verlangen, toch mist ze het avontuur. Op een dag durft ze het kasteeldomein te verlaten en hoort ze een jonge zeug schreeuwen. Ze redt het varken uit de val van twee jongens. Ze kan niet zelf voor het gewonde dier blijven zorgen en besluit het dan maar terug naar de bossen te brengen. Daar ontmoet ze de twee jongens (Arthur en Thur) opnieuw. Die zijn er met hun hond Lilo op truffelzoektocht. Zij stellen haar voor het varken, dat de naam Ronronne gekregen heeft, mee te nemen naar de stallen van een gezellig Frans-Mexicaans restaurant met de vreemde naam 'The day of the truffles'. Daar maakt Louise kennis met de uitbaters Gilbert en z'n Mexicaanse vrouw, Rosaline (Slina). Ook ontmoet ze er de opmerkelijke, oudere broer van Slina, Guanito, die al sinds zijn kleutertijd blind is. Louise leert truffels zoeken met de hulp van varkens. Als op een bepaalde dag oom Esteban, de Mexicaanse oom van Thur, op bezoek is, gebeurt er iets dat het leven van veel mensen in de Périgord, de regio van de zwarte truffel, volledig overhoop zet, maar ook dat van Louise. Intussen zijn haar ouders ongewild betrokken bij een onverkwikkelijke truffelzwendel, die de toekomst van het kasteel op het spel zet. Het leven van het meisje zal nooit meer hetzelfde worden. Wat haar bezighoudt, schrijft Louise wel eens neer in lange brieven, gericht aan haar Italiaanse pennevriendin Gabriela.