dit werk kent de volgende uitvoeringen
Paperback
ISBN9789075879674
verschijningsdatum20/06/2014
verschijningsdatum20/06/2014
Personen
Mirjam van Kempen
NUR Codes (sub)
670 Theater, film- en televisiewetenschap algemeen
Lachen!
Jan de Vaal (1922-2001), geboren in Indonesië en opgegroeid in Zwolle, leefde voor zijn passie: het verzamelen en presenteren van film en filmgerelateerde objecten. In 1947 werd De Vaal de eerste directeur van het Nederlands Historisch Film Archief, de voorloper van het Nederlands Filmmuseum. Geïnspireerd door museumdirecteur Willem Sandberg, die zijn jonge collega in het Stedelijk Museum verwelkomde, nam De Vaal al snel een centrale plaats in in de zich ontwikkelende Nederlandse filmcultuur.
Als programmamaker steunde hij opkomende jonge filmmakers. Als conservator wist hij vele filmkopieën, affiches, foto's en apparaten van de ondergang te redden, waaronder de beroemde collectie van Jean Desmet, inmiddels erkend als werelderfgoed. Daarnaast speelde De Vaal wereldwijd een belangrijke rol in de kennisontwikkeling rondom het bouwen van adequate kluizen om het kwetsbare filmmateriaal in te bewaren.
Zijn inzet om voor het permanent groeiende Nederlands Filmmuseum een aantrekkelijk onderkomen te vinden werd na meer dan tien jaar beloond met de vestiging in het Amsterdamse Vondelparkpaviljoen. Maar het lange vechten om subsidies, ruimte en erkenning voor het museum hadden een grote impact op zijn gezondheid. In 1986 nam hij afscheid van zijn Filmmuseum. Voor zijn 'titanenwerk' ontving hij in 1994 een Gouden Kalf, een late eer voor het belangrijke werk dat hij heeft verricht.
In dit boek wordt aan de hand van uitgebreid archiefonderzoek inzicht gegeven in de enorme hoeveelheid werk die De Vaal door de jaren heen voor de film verzette. Naast de opkomst en ontwikkeling van het Nederlands Filmmuseum wordt ook aandacht geschonken aan de Nederlandse filmcultuur in brede zin en haar belangrijkste vertegenwoordigers.
Mirjam van Kempen rondde in 2013 haar onderzoeksmaster Media and Performance Studies af aan de Universiteit Utrecht. Zij schreef haar thesis over de centrale rol van Jan de Vaal in de Nederlandse naoorlogse niet-commerciële filmcultuur.