Rond 1920 introduceerden Nederlandse psychiaters in Nederlands-Indië theorieën over de zogenoemde ‘Javaanse psyche’. Ze stelden dat Javanen ‘kinderlijk en impulsief’ waren, en waarschuwden daarom tegen een snelle onafhankelijkheid van de kolonie. Deze ideeën, verpakt als wetenschap, werden omarmd door conservatieve politici en genootschappen. Indonesische artsen en psychiaters protesteerden fel en krachtig tegen deze racistische theorieën.
Via brieven en dagboeken maakt Marens Engelhard ons deelgenoot van het leven van de jonge psychiater – tevens zijn grootvader – Chris Engelhard, diens vrouw Amy en hun gezin. We zien Chris’ pogingen om geestesziekten bij de cultureel zo verschillende Javanen beter te begrijpen, en volgen het moeilijke leven van Amy als vrouw in de kolonie. Na veel persoonlijk verdriet keert het gezin in 1925 terug naar Nederland. Chris Engelhard is daarna bijna dertig jaar lang de geliefde en gerespecteerde geneesheer-directeur van de Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder.
De ‘Javaanse psyche’ biedt een indringend en menselijk portret van een vergeten hoofdstuk van onze koloniale geschiedenis.
Marens Engelhard studeerde Moderne Aziatische Geschiedenis en werkte onder meer als directeur van het Nationaal Archief en het Stadsarchief Amsterdam. Hij combineerde brieven en dagboeken van zijn grootouders met psychiatrische vakliteratuur uit de jaren 1900- 1940. In 2024 deed hij voor dit boek onderzoek in Indonesië.