Wanneer Hans Roduin in 1989 vermist raakt in de buurt van het Noord-Italiaanse bergdorp Fanghetto, gaat zijn zoon Tom Rooduijn naar hem op zoek. Na de vondst van zijn lichaam besluit Tom het raadselachtige leven van zijn vader te reconstrueren.
Als jonge dichter en theoloog weigert Hans in 1939 dienst en zit hij anderhalf jaar vast in Veenhuizen. In de oorlog biedt hij vanuit zijn antiquariaat d’Eendt in Amsterdam hulp aan Joodse onderduikers. Zijn sociëteit Le Canard vormt in de jaren vijftig het centrum van de artistieke voorhoede. Terwijl hij zich ontpopt
tot vertaler en vernieuwend dramaturg, volgt de BVD hem tot in de DDR. Hans Roduin, wars van burgerlijke conventies, trouwt vier keer en verwekt drie kinderen.
Het strijdbare leven van zijn vader brengt Tom Rooduijn naar zijn eigen instabiele jeugd. De voorloper is behalve een cultuurgeschiedenis ook een ontroerend dubbelportret.
Een bewogen reis door de tijd van pacifistische jongeren, een surrealistisch tijdschrift, het studentenverzet, Cobra ende Vijftigers, het moderne toneel, Provo, Aktie Tomaat en een internationale kunstenaarskolonie in Italië.