Bij de verzorging van ouderen gaat het om meer dan het bieden van dagelijkse zorg alleen. Ouderen hebben ook behoefte aan aanspraak en af en toe een opbeurend woord. Als ze zorgen hebben, moeten we die serieus nemen. Op basis daarvan bepalen we als verzorgenden hoe we iemand tegemoet treden. Leidraad daarbij is de vraag ‘Hoe zou je zelf, of je eigen (groot)ouders, benaderd willen worden in die situatie? Dit boek gaat over omgaan met ouderen in het algemeen en over bejegening of het voeren van gesprekken in het bijzonder. Die gesprekken voeren we als verzorgenden met ouderen zelf, maar ook met hun naasten. Ook met onze collega’s zijn we doorlopend in gesprek in allerlei vormen van overleg. In dit boek proberen we het ouderen zo goed mogelijk naar hun zin te maken. We doen dat door met onze communicatie zo goed mogelijk aan te sluiten bij hun beleving. Als dat lukt, is dat overigens ook in ons eigen belang. Naarmate cliënten zich meer op hun gemak voelen, is werken in de zorg ook leuker en makkelijker.