De westerse samenleving is sinds de roerige jaren ’60 drastisch veranderd. Niet alleen werden in die tijd de bestuurlijke gezagsverhoudingen aan de kaak gesteld, ook het Christendom kwam onder vuur te liggen. kerken liepen leeg en andere religies maakten hun opwachting. Christelijke symbolen verdwenen uit private en openbare ruimten, moskeeën en Boeddhabeelden kwamen er voor in de plaats. In winkelcentra, horeca, voortuintjes en woonkamers; overal kom je hem tegen. De Boeddha; onverstoorbaar en met de ogen gesloten, zit hij daar diep in zichzelf verzonken. Maar ziet hij wel naar ons om, zoals de Bijbelse God naar ons om ziet? Frans Kremers (1955) studeerde theologie en verdiept zich al sinds zijn jeugd in religieuze stromingen en levensfilosofieën. Op basis van deze kennis plaatst hij het Christendom tegenover het Boeddhisme, dat naast overeenkomstige positieve kenmerken ook haar, minder bekende, schaduwkanten heeft. Beide geloofstradities claimen een heilsweg te zijn voor de mens, maar voor Kremers is er maar één optie; de Genade van Jezus Christus!