Met verwondering en humor onderzoekt Haegens hoe we tijd vermorsen, ongemerkt door onze vingers laten glippen, maar ook hoe we kunnen leren de tijd te nemen en te rekken. Mede aan de hand van grote denker als Kierkegaard, Heidegger en De Beauvoir duikt hij in de ‘verstrooide tijd’. Dit spoor leidt langs gestreste Romeinen, smartphones en tijddieven. Om te eindigen bij het antwoord op de vraag of er een andere, intensere omgang mogelijk is met de beperkte tijd die ons gegeven is.
In zijn debuut Neem de tijd signaleerde Koen Haegens de opkomst van een ‘haastmaatschappij’, waarin mensen harder lopen, korter slapen en zelfs sneller praten dan vroeger. Maar haast is niet het hele verhaal. Een ingrijpende gebeurtenis die hem bijna het leven kost, confronteert Haegens met dat andere mysterie. Hoe kan het dat we van elk moment willen genieten maar ondertussen al swipend, scrollend en bingewatchend smijten met de uren, alsof ze niet op kunnen?