In elk land zijn regels. Houd je je niet aan de regels, dan krijg je straf. Wie te hard rijdt, krijgt een boete. Wie iets steelt, gaat naar de gevangenis. Maar in sommige landen zijn de regels veel strenger dan in Nederland. Daar mag je bijna niets! Je moet precies doen wat de baas van het land zegt. Amin en Farah wonen in zo’n land. Ze mogen niet doen en geloven wat ze zelf willen. Op een dag krijgt Farah een nieuwe juf. Zij vertelt iets over een boek. Wie het boek thuis heeft, mag het naar school meenemen. Als Farah ’s avonds uit bed komt, ziet ze het boek op tafel liggen. Dat is goed nieuws! Nu kan ze het boek op school laten zien. Maar daar steekt vader een stokje voor. Hij vertelt dat het boek verboden is in hun land. Farah begrijpt er niets van. Waarom is het boek verboden? En waarom hebben vader en moeder het boek dan? Het verboden boek is geschreven op leesniveau AVI E4/M5. Het is een verhaal over christenen die omwille van hun geloof vervolgd worden in een land in het Midden-Oosten. Het verdient daarom aanbeveling dat ouders en leerkrachten meelezen met hun kinderen. Dit fictieve verhaal is gebaseerd op meerdere waargebeurde verhalen.